Gedoopt in de St. Jan en St. Pieter 2 mei 1742, vader Adrianus Magielszoon, ondertrouw 2 juni 1736, grossier in wijn, moeder Christina de Leeuw (S 46, 114d en 218 en Gem. archief te 's-Hertogenbosch D 209); in 1794 binnen-heemraad van de polder Van den Eigen ('s-Hert. Rep. Alm. 1794 blz. 19); werd 22 februari 1798 tot municipaliteitslid benoemd, gecontinueerd tot zijn overlijden in 1815 (Van Zuylen blz. 7-13); was in 1799 rentenier (A.R.A. Uitv. Bewind 361 d.d. 29 januari); bij Besluit van het Uitvoerend Bewind 26 juni 1799 no 38 benoemd tot lid van de commissie tot onderzoek naar de opbrengst der heffingen van 4, 10 en 8% op inkomsten en bezittingen in de Eerste Ring van het dep. de Dommel ingevolge de wet door het Uitvoerend Bewind op 30 november 1798 gepubliceerd (A.R.A. Wetg. Coll 387 d.d. 21 juli 1801 en Uitv. Bewind 520); was in 1802 geërfde te St. Michielsgestel (Res. Dep. Bestuur de Dommel 7 october 1802 no 12); legde in 1804 de eed af als departementale gecommitteerde (Res. Dep. Bestuur Brab. 21 augustus 1804 sub init.); 31 december 1805 en 20 januari 1808 aangesteld tot schepen te 's-Hertogenbosch en in 1806 heemraad van de polder Van den Eigen (Res. Dep. Bestuur Brab. 31 december 1805 no 29a en A.R.A. S.s.k.L. 115 en Kon. Alm.); komt voor op de notabelenlijst van 2 maart 1814 (Metelerkamp blz. 83 en Ned. Stcrt no 5 van 8 maart 1814); ongehuwd overleden te 's-Hertogenbosch 25 december 1815 (N.B.S. 's-Hertogenbosch). | 439 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 32
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 439